Een polka is een levendige dans en muziekstijl die oorspronkelijk uit Bohemen (nu deel van Tsjechië) komt en zich in de 19e eeuw verspreidde over grote delen van Europa en de rest van de wereld. Het woord “polka” is afgeleid van het Tsjechische woord “půlka”, wat “halve” betekent, en verwijst naar het kenmerkende ritme van de dans, waarbij de muziek wordt gespeeld in een 2/4-maatsoort.
Kenmerkend voor een polka is het snelle tempo en het opzwepende karakter. De dansers bewegen zich in een levendig en vrolijk patroon over de dansvloer. Traditioneel worden polkadansen gekenmerkt door een soort “stap-hop” patroon, waarbij dansers snelle stappen nemen, afwisselend met sprongen of hupsen.
Muzikaal gezien wordt de polka gekenmerkt door het gebruik van blaasinstrumenten, zoals trompetten, klarinetten, trombones en accordeons, die de melodieën spelen. Het ritmische patroon van de polka wordt vaak aangedreven door de bassectie, met name de tuba of basgitaar, die een sterke puls en ritmische drive toevoegt aan de muziek.
Polka heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot verschillende subgenres en regionale varianten. Naast de oorspronkelijke Tsjechische polka zijn er bijvoorbeeld de Duitse polka, Poolse polka, Sloveense polka en Amerikaanse polka. Elk van deze varianten heeft zijn eigen kenmerken en stijl, maar ze behouden over het algemeen de levendige en feestelijke sfeer die typerend is voor de polka.
Tegenwoordig wordt de polka nog steeds gespeeld en gedanst op oktoberfeesten, festivals en dansgelegenheden over de hele wereld, met name in delen van Europa en Amerika waar de traditie van deze muziek levendig blijft.